Hoofdstuk 1 van 9
In uitvoering

Samenvatting

Nederland heeft een uniek verloskundig systeem, waarbij de zwangere keuzevrijheid heeft in de plek van bevallen. In Nederland is het mogelijk om (poli)klinisch in het ziekenhuis, thuis of in een geboortecentrum te bevallen met de begeleiding van een verloskundige en kraamverzorgende. In 2021 is de Nederlandse thuisbevalling aangemerkt als immaterieel erfgoed; wereldwijd bevallen nergens zo veel  mensen thuis als in Nederland.

Waar kan je allemaal bevallen in Nederland?

In Nederland kan een zwangere op de volgende plaatsen bevallen:

  • Thuis: in Nederland kan een zwangere ervoor kiezen om thuis te bevallen onder begeleiding van een eerstelijns verloskundige. De verloskundige wordt hierbij meestal geassisteerd door een kraamverzorgende.  
  • Poliklinisch in het ziekenhuis: een zwangere kan ervoor kiezen om vanaf 37 weken poliklinisch te bevallen. Dit houdt in dat de eerstelijns verloskundige de bevalling begeleidt in het ziekenhuis. In sommige ziekenhuizen is bij een poliklinische bevalling een verpleegkundige aanwezig en in andere ziekenhuizen is dit een kraamverzorgende. Deze kosten worden niet altijd volledig vergoed door de zorgverzekering. 
  • Geboortecentrum: het is ook mogelijk om in een geboortecentrum te bevallen onder begeleiding van de eerstelijns verloskundige. In een geboortecentrum is de sfeer vaak huiselijker dan in het ziekenhuis. Ook zijn in sommige geboortecentra meer faciliteiten aanwezig dan bij een poliklinische bevalling, bijvoorbeeld lachgas of een bevalbad. Deze kosten worden niet altijd volledig vergoed door de zorgverzekering. 
  • Klinisch in het ziekenhuis: wanneer er sprake is van een ‘hoogrisico zwangerschap’ volgens de Verloskundige Indicatielijst en/of regionale protocollen, is het advies om onder begeleiding van de tweede- of soms derdelijnszorg te bevallen. De bevalling wordt dan door de gynaecoloog of klinisch verloskundige begeleid, een verpleegkundige assisteert hierbij.
  • Medium-risk (shared care) in het ziekenhuis: in sommige regio’s is het bij bepaalde (vaak lichtere) medische indicaties mogelijk om medium-risk te bevallen. Dit houdt in dat de zwangere klinisch bevalt, maar dat de bevalling wel door de eerstelijns verloskundige begeleid wordt. Dit wordt ook wel shared care genoemd. Als het nodig is, wordt de gynaecoloog of klinisch verloskundige ingeschakeld. Een  verpleegkundige is aanwezig bij de baring. Deze kosten worden niet altijd volledig vergoed door de zorgverzekering. 

Waar bevallen Nederlandse vrouwen uiteindelijk?

Waar Nederlandse vrouwen het meest bevallen, hangt (mede) af of het hun eerste of volgende bevalling is. Vrouwen die voor het eerst gaan baren, doen dat vaker in een ziekenhuis (82,6% baart uiteindelijk onder de zorg van het ziekenhuis, tegenover 8,8% thuis) dan vrouwen die al eerder een kind kregen (65,6% in het ziekenhuis, 19,3% thuis).

Waarom gaan vrouwen tijdens de baring naar het ziekenhuis?

Er zijn verschillende redenen waardoor een zwangere tijdens de zwangerschap overgedragen kan worden aan het ziekenhuis, waarvan dreigende seroniniteit (overtijd gaan), een verhoogde bloeddruk en een liggingsafwijking (bijvoorbeeld stuitligging) de meest voorkomende redenen zijn.

De meest voorkomende redenen voor verwijzing tijdens de bevalling zijn een wens tot pijnbestrijding, meconiumhoudend vruchtwater en niet-vorderende ontsluiting.

Dit zijn allemaal niet-urgente redenen waarbij de zwangere tijd heeft om met eigen vervoer naar het ziekenhuis te komen. In 2020 kwam bij 2,7% van de niet eerder bevallen vrouwen een urgente reden om te verwijzen tijdens de baring voor, en moest de zwangere per ambulance vervoerd worden (Perined, 2021).

Is de thuisbevalling veilig?

Het korte antwoord op deze vraag is: ja, voor vrouwen zonder medische indicatie is thuis bevallen net zo veilig (en voor de vrouw zelfs veiliger!) dan in het ziekenhuis baren. Wie de cijfers induikt, ziet dat:

  • Eerste-keer zwangeren (nullipara) die vooraf van plan waren thuis te bevallen, vaker spontaan bevielen, minder vaak een episiotomie (knip) en minder vaak synthetische oxytocine (een injectie om de geboorte van de placenta te bevorderen) in het nageboortetijdperk kregen.
  • Er geen verschillen gevonden worden in de neonatale uitkomsten.
  • Vrouwen die besloten een volgend kind thuis te baren (multipara) vaker spontaan bevielen (zonder inleiding of andere toeters en bellen op de bevalling op te wekken) en met een intact perineum aan de kraamtijd begonnen. Zij kregen minder vaak bijstimulatie, een episiotomie, oxytocine in het nageboortetijdperk, een manuele placentaverwijdering en een fluxus. Ook werden zij minder vaak overgedragen naar de tweedelijnszorg en was er minder vaak sprake van ernstige acute uitkomsten bij moeder. Hun baby’s werden minder vaak opgenomen op de NICU binnen 28 dagen en hadden minder vaak een slechte start (APGAR < 7 na 5 min.).

Hoe zit het met de hogere babysterfte in Nederland?

Het idee dat babysterfte in Nederland nog steeds hoog is (en door de thuisbevalling komt), is hardnekkig. Onafhankelijke cijfers laten zien dat Nederland inmiddels een andere positie heeft ingenomen ten opzichte van de andere Europese landen:

  • De perinatale sterfte was in 2015 4,2 per 1000 geboortes: dit is een afname van 20% vergeleken met de cijfers uit 2010. 
  • De neonatale sterfte, gerekend vanaf 24 weken zwangerschap tot 28 dagen na de geboorte, daalde tussen 2004 en 2015 van 2,8 per 1000 geboortes naar 2,0 per 1000 geboortes. Nederland bevindt zich voor de neonatale sterfte in de middenmoot.
  • De foetale sterfte vanaf 28 weken is het sterkst gedaald: van 4,3 per 1000 geboortes in 2004 naar 2,2 per 1000 geboortes in 2015, hiermee behoort Nederland tot de Europese top.
  • Wanneer gekeken wordt naar de gehele groep baby’s, dan is de perinatale sterfte in Nederland gedaald van 10,5 per 1000 geboortes in 2004 naar 7,8 per 1000 geboortes in 2015, een daling van 25,7%. 

Meer weten over thuisbevalling? Word lid en duik in het zeer uitgebreide artikel van Vraag de Vroedvrouw!

Wel lid? Lees verder om alles over de thuisbevalling te weten te komen!