Hoofdstuk 1 van 15
In uitvoering

Samenvatting

In Nederland ervaart een aanzienlijk deel van de vrouwen, ongeveer 20-30%, hun bevalling als een traumatische gebeurtenis. Van deze groep ontwikkelt ongeveer 1-3% posttraumatische stressstoornis (PTSS) na de bevalling. Dit toont de complexiteit en ernst van bevallingstrauma’s aan, die niet alleen fysieke, maar ook diepe emotionele en psychologische effecten kunnen hebben. Volgens Karianne zijn de risicofactoren voor het ontwikkelen van een bevallingstrauma veelzijdig en variëren deze van complicaties tijdens de zwangerschap of bevalling, tot psychologische aspecten zoals het gevoel van controleverlies of gebrek aan autonomie tijdens de bevalling. Ook een voorgeschiedenis van depressie of angst voor de bevalling kan het risico volgens haar verhogen.

Secundair trauma bij partners en zorgverleners

Karianne schrijft dat naast de barende vrouw ook partners en zorgverleners, zoals verloskundigen, secundair getraumatiseerd kunnen raken door getuige te zijn van een traumatische bevalling. Dit aspect wordt vaak minder belicht, maar is even belangrijk. Risicofactoren voor partners omvatten onder meer crisissituaties tijdens de bevalling, bestaande psychische problemen, en onvoldoende ondersteuning van zorgverleners. Onderzoek wijst uit dat een significant percentage van verloskundigen symptomen van PTSS rapporteert, veroorzaakt door stressvolle gebeurtenissen tijdens de bevalling, zoals medische interventies of interpersoonlijk geweld.

Bevallingstrauma en PTSS

Een bevallingstrauma kan uiteenlopen van een nare herinnering tot ernstige klachten die het dagelijks leven belemmeren. Deze klachten lijken vaak op die van PTSS, waaronder levendige herbelevingen, vermijding van gerelateerde gedachten en situaties, negatieve veranderingen in cognitie en stemming, en een verhoogde prikkelbaarheid of waakzaamheid. Wanneer deze symptomen langer dan een maand aanhouden en significant het dagelijks functioneren beïnvloeden, wordt gesproken van PTSS. 

Interessant is dat de symptomen van een bevallingstrauma of PTSS soms spontaan kunnen verminderen, vooral in de eerste vijf maanden na de gebeurtenis. Echter, in gevallen waar PTSS optreedt als gevolg van een bevalling, kunnen de symptomen later ontstaan en langer aanhouden. Dit kan te maken hebben met de impact van de baby op het leven van de ouders, evenals slaaptekort.

Bevallingstrauma en PTSS: een goede behandeling

De behandeling van bevallingstrauma of PTSS vereist vaak professionele interventie. Bewustzijn en erkenning van deze aandoeningen, zowel door zorgverleners als door de betrokkenen zelf, zijn van cruciaal belang voor tijdige en effectieve behandeling. Therapieën zoals EMDR en cognitieve gedragstherapie, met name imaginaire exposure, worden beschouwd als effectief. EMDR richt zich op het verminderen van de emotionele lading van traumatische herinneringen, terwijl cognitieve gedragstherapie de cliënt blootstelt aan de traumatische ervaring om de emotionele reactie te verminderen.

Andere behandelmethoden, zoals Emotional Freedom Techniques (EFT) en mindfulness, worden ook ingezet, hoewel het onderzoek naar de effectiviteit hiervan bij bevallingstrauma nog in de kinderschoenen staat. EFT combineert acupressuurpunten met verbale uitingen om stressreacties te verminderen, terwijl mindfulness zich richt op het cultiveren van bewustzijn en het moduleren van de reactie op stressvolle gedachten en gevoelens.

Naast PTSS kunnen er ook andere gerelateerde problemen zijn die behandeling behoeven, zoals depressie of specifieke angsten. Theorieën zoals het ‘Window of Tolerance’-model en de ‘Polyvagaaltheorie’ bieden nuttige kaders voor het begrijpen van traumareacties. Deze theorieën kunnen helpen bij het kiezen van de juiste behandeling voor individuele gevallen.

Karianne schrijft dat voor vrouwen die een traumatische bevalling hebben meegemaakt, het belangrijk is om te overwegen of ze in staat zijn om over hun ervaringen te praten en indien nodig professionele hulp in te schakelen. Zelfzorg is cruciaal voor herstel, net als het plannen van een gesprek met de zorgverlener die bij de bevalling aanwezig was. Dit kan helpen bij het verwerken van de gebeurtenis en het terugkrijgen van een gevoel van controle en autonomie.

Zorgverleners spelen volgens Karianne een sleutelrol in het herkennen en behandelen van bevallingstrauma. Zij moeten zich bewust zijn van de mogelijkheid van trauma bij hun cliënten en het onderwerp voorzichtig aankaarten. Het bieden van emotionele, relationele en fysieke veiligheid, empathie en het respecteren van de wensen van de cliënt zijn cruciaal in de zorgverlening. Het gebruik van gevalideerde screeningsvragenlijsten, zoals de PCL-5 of TSQ, kan nuttig zijn voor het identificeren van traumaklachten. Voor een diagnose van PTSS moet worden doorverwezen naar een gespecialiseerde zorgverlener, zoals een psycholoog met een BIG-registratie of een psychiater.

Een tijdige herkenning, passende behandeling en ondersteuning zijn essentieel voor het herstel en welzijn van de betrokkenen. Door een beter begrip en bewustzijn van deze aandoeningen kunnen we zorgen voor een meer ondersteunende en empathische benadering in de geboortezorg.

Karianne van Vliet werkt met heel veel passie en plezier. Mocht je verder kennis met haar willen maken/vragen hebben, is zij te bereiken via haar Instagram account @karianne_gzpsycholoog

Nog geen lid van Vraag de Vroedvrouw maar wel benieuwd naar het hele artikel? Word nu lid!