Hoofdstuk 1 van 7
In uitvoering

Samenvatting

Hormoonverstorende stoffen zijn de laatste jaren veel in het nieuws. Vrijwel iedereen heeft inmiddels wel van PFAS en BPA gehoord, maar het is niet bij iedereen bekend dat er veel méér stoffen zijn met hormoonverstorende eigenschappen. Deze stoffen kunnen in allerlei producten zitten die we dagelijks eten of gebruiken. 


Wat zijn hormoonverstorende stoffen? 

Hormoonverstorende stoffen (‘endocrine disruptors’ of ‘endocrine-disrupting chemicals’ in het Engels) zijn chemische stoffen, of mengsels van deze stoffen, die de werking van hormonen kunnen verstoren. Deze chemische stoffen kunnen zowel natuurlijk als kunstmatig zijn en ze kunnen hormonen en het endocriene systeem (hormoonstelsel) op verschillende manieren beïnvloeden. Kleine hoeveelheden hormonen kunnen al grote processen op gang brengen, waardoor ook kleine verstoringen al een groot effect kunnen hebben. 

Hormoonverstorende stoffen kunnen het endocriene systeem op verschillende manieren beïnvloeden: 

  1. Ze kunnen hormonen (gedeeltelijk) nabootsen en dus het effect van het natuurlijke hormoon versterken. 
  2. Ze kunnen zich aan receptoren binden en deze blokkeren. Hierdoor kan het natuurlijke hormoon niet meer binden. Dit heeft dus een remmende werking. 
  3. Ze kunnen hormonen uit balans brengen door hun aanmaak, transport, omzetting of afbraak te beïnvloeden.

Zijn er niet hele strenge regels in de EU?

Hoewel de hoeveelheid van losse hormoonverstoorders in de EU streng gereguleerd wordt, maken wetenschappers zich zorgen om het feit dat mensen worden blootgesteld aan veel verschillende stoffen en gedurende lange perioden. Het is lastig om goed onderzoek te doen naar de gevolgen van blootstelling aan hormoonverstorende stoffen. Desondanks wordt vermoed dat de toename in onvruchtbaarheid, genitale afwijkingen en hormoongevoelige kankers deels is toe te schrijven aan deze stoffen. 

Waar zitten hormoonverstorende stoffen in? 

Hormoonverstorende stoffen zitten in veel producten die we dagelijks gebruiken. Bij sommige producten, zoals de anticonceptiepil en andere medicijnen, is de hormoonverstorende werking juist het doel, maar bij de meeste producten is het een bijkomend, ongewenst effect. Je vindt hormoonverstorende stoffen bijvoorbeeld in plastic, verzorgingsproducten, verf, was- en reinigingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen en textiel. De meeste hormoonverstorende stoffen krijgen wij binnen via ons voedsel en drinkwater, maar inmiddels weten we ook dat we via stof en de lucht die we inademen in aanraking komen met hormoonverstoorders. Daarnaast nemen we een deel van deze stoffen op via de huid. 



Wat is het effect van deze stoffen op mensen?

Welke exacte risico’s de blootstelling aan hormoonverstoorders met zich meebrengt, is lastig te zeggen. Dit is namelijk afhankelijk van verschillende factoren, zoals de geografische locatie, de mate en duur van blootstelling en iemands individuele gevoeligheid. Wat we wél weten, is dat mensen in bepaalde levensfasen extra kwetsbaar zijn. Het gaat hierbij vooral om zwangere vrouwen en hun ongeboren kind, baby’s, jonge kinderen en kinderen in de puberteit. 

Veel onderzoek naar hormoonverstorende stoffen wordt om ethische redenen in dieren gedaan. De vertaling naar de mens is hierbij altijd lastig. Toch zijn er inmiddels verschillende onderzoeken die aantonen dat sommige van deze stoffen ook in kleine hoeveelheden het menselijke endocriene systeem kunnen beïnvloeden. Daarnaast stelt de WHO dat verschillende trends een verontrustend beeld laten zien, dat niet enkel door genetische factoren verklaard kan worden: 

  • In sommige landen (waaronder veel Europese landen) heeft bijna 40% van de jonge mannen slechte zaadkwaliteit. Het aantal genitale afwijkingen (zoals niet-ingedaalde testikels en misvormingen van de penis bij jongetjes lijkt toe te nemen. 
  • Kinderen worden steeds vaker te vroeg en met een laag gewicht geboren. 
  • Er is een toename van hormoongevoelige kankers, obesitas en diabetes type 2. 
  • Vroegere borstontwikkeling bij meisjes. 
  • Er is een toename van neurologische gedragsstoornissen zoals een autisme spectrum stoornis die verband houden met de werking van de schildklier. 

Lopen baby’s en kinderen meer risico?

Kinderen en (ongeboren) baby’s zijn extra kwetsbaar voor hormoonverstorende stoffen. Dit komt onder andere door de orale fase waarbij kinderen van alles in hun mond stoppen, door een sneller metabolisme en andere lichaamsverhoudingen (Braun, 2017). Daarnaast krijgen borstgevoede baby’s kleine hoeveelheden hormoonverstorende stoffen via de moedermelk binnen. De gevolgen van blootstelling aan hormoonverstoorders komen regelmatig pas veel later in het leven, of zelfs pas bij volgende generaties, tot uiting. Vanuit meerdere hoeken wordt de EU/regering daarom opgeroepen om het voorzorgsprincipe toe te passen en het gebruik van hormoonverstorende stoffen zoveel mogelijk aan banden te leggen.


Wat is het effect van deze stoffen op de vruchtbaarheid?

Terwijl de mannelijke seksuele ontwikkeling vooral door oestrogenen en androgenen (o.a. testosteron) wordt gedreven, vindt de vrouwelijke seksuele ontwikkeling redelijk onafhankelijk van deze hormonen plaats. Dit verschil kan mogelijk verklaren waarom de uitwerking van hormoonverstorende stoffen bij mannen en vrouwen tot verschillende aandoeningen leidt. 

Zowel bij mannen als bij vrouwen kan de vruchtbaarheid door hormoonverstoorders negatief worden beïnvloed. De processen die hieraan ten grondslag liggen, zijn complex en nog niet volledig opgehelderd. Wel weten we dat de gevolgen van de hormoonverstoring sterk verschillen tussen mannen en vrouwen:

Het effect bij mannen:
Zaadbalkanker, niet-ingedaalde testikels, hypospadie (afwijkingen aan de plasbuis) en een verminderde zaadkwaliteit komen vaak samen voor. Ze worden samen testicular dysgenesis syndrome (TDS) genoemd. TDS kan ontstaan als gevolg van omgevings- en/of genetische factoren ten tijde van de ontwikkeling van de testikels tijdens de foetale ontwikkeling.

Het effect bij vrouwen:
Vroegtijdige puberteit; Een vervroegde puberteit kan niet alleen tot psychosociale problemen leiden, het verhoogt ook de kans op PCOS, metabool syndroom en borstkanker op latere leeftijd
– PCOS
; een hormonale stoornis waarbij er kleine vochtblaasjes in de eierstokken groeien. Hoewel PCOS een genetische oorzaak kan hebben, weten we inmiddels ook dat hormoonverstoorders, met name stoffen die op oestrogenen lijken, PCOS kunnen veroorzaken.
Endometriose; bij vrouwen met endometriose groeit weefsel dat lijkt op het baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder. Verschillende studies hebben een verband aangetoond tussen blootstelling aan zowel ftalaten als PCB’s (polychloorbifenylen) en het risico op endometriose
Baarmoederfibromen; vleesbomen zijn goedaardige tumoren in de spierwand van de baarmoeder. Ze groeien onder invloed van verhoogde niveaus van oestrogenen en progesteron. Dit kan komen door familiaire aanleg, maar bij bepaalde hormoonverstoorders, zoals BPA, ftalaten en cadmium, is dit verband ook aangetoond.
Prematuur ovarieel falen; het stoppen van de menstruatie vóór haar veertigste doordat de eierstokken niet meer werken. Ook hormoonverstorende stoffen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van POF.
Ovariële reserve; een verminderde ovariële reserve heeft een negatieve invloed op de kans om zwanger te raken. Onder andere BPA, PAE’s (ftalaten) en verschillende pesticiden lijken een effect te hebben op de ovariële reserve.
– Onregelmatige cyclus; hormonale disbalansen kunnen onregelmatige of lange menstruatiecycli veroorzaken, wat invloed heeft op de vruchtbaarheid. 


Wat is het effect van deze stoffen op de zwangerschap? 

Lang werd geloofd dat een ongeboren kind door de placenta werd beschermd voor de schadelijke eigenschappen van chemische stoffen. Inmiddels weten we dat deze aanname helaas onjuist is. Bij een ongeboren kind veranderen de niveaus van hormonen en eiwitten continu omdat alle organen en weefsel nog moeten worden aangelegd. Dit is een heel belangrijk en nauwgezet samenspel van verschillende systemen. Als dit samenspel wordt verstoord, kan dit grote gevolgen hebben. Juist daarom zijn ongeboren kinderen extra gevoelig voor (kleine hoeveelheden) hormoonverstorende stoffen. 


In het hele artikel staan ook tal van tips over hoe je de blootstelling aan hormoonverstorende stoffen kunt verminderen. Omdat we het zo belangrijk vinden dat iedereen daar toegang tot heeft, kan je die passage hier lezen.

Wel lid? Lees gelijk het hele artikel!