2.1 Hoe staat het met informed consent in de Nederlandse geboortezorg?
Medisch ethicus Elselijn Kingma (o.a. 2011) stelt dat als het om informed consent gaat, de Verloskunde inherent verschilt van andere gebieden in de zorg:
- geboortezorg draait om zeer intieme lichaamsdelen (een vagina is geen neus)
- en de geboortezorg is bovendien het enige vakgebied in de geneeskunde waarbij schade (in de vorm van interventies) aan de patiënt (de zwangere) geoorloofd is vanwege de gezondheid van een ander (de baby).
Vanwege punt één zou je verwachten dat er méér nadruk ligt op informed consent, maar uit onderzoek van Marit van de Pijl (2023) lijkt in de praktijk punt twee vaak zwaar(der) mee te wegen. Na analyse van 11.418 vragenlijsten over informed consent tijdens de bevalling (ingevuld door door in Nederland bevallen vrouwen), gaf 11,8% van de vrouwen aan dat er tijdens hun bevalling handelingen hadden plaatsgevonden zonder expliciete toestemming. Ook blijkt uit de vragenlijsten dat barenden van kleur en met een kwetsbare sociaal-economische status een grotere kans hebben dat er dingen gebeuren zonder hun expliciete toestemming (Van der Pijl, 2023)
Meer informatie over racisme en discriminatie in de geboortezorg lees je in ons artikel daarover.
In het onderzoek van Van der Pijl (2023) gaf van de bovenstaande 11,8% de helft aan (5,9%) dit als (zeer) vervelend te hebben ervaren. Van alle handelingen die zonder toestemming plaatsvonden, werden postpartum toedienen van synthetische oxytocine en het zetten van een episiotomie het meest genoemd, en inwendig onderzoek en een primaire keizersnede het minst. Van de 4940 respondenten die na de geboorte een synto injectie kregen, zeggen 2315 dat dit zonder expliciete toestemming gebeurde. Bij het zetten van een episiotomie was er bij 1005 van de in totaal 2433 vrouwen geen sprake van consent.
Als er geen toestemming werd gevraagd, is het percentage respondenten die dit als (zeer) vervelend ervaren, wisselend:
- 6,9% voor uitwendige monitoring (CTG)
- 15,9% voor het kunstmatig breken van de vliezen (AROM)
- 30.7% voor het inleiden/doorleiden van de bevalling (synthetische oxytocine voor start baring of om baring te versnellen).
Het overrulen van een ‘nee’ (informed refusal) kwam het vaakst voor bij (Van der Pijl, 2023)j:
- inleiden/doorleiden (2,2%, n=251)
- een episiotomie (1,9%, n=217).