
Tijdens een vaginale bevalling kunnen er kleine of grotere scheurtjes (rupturen) ontstaan in de huid en het spierweefsel rond de vagina en het perineum (het gebied tussen de vagina en de anus). De verloskundig zorgverlener (verloskundige of arts) controleert na de geboorte van de placenta of en in welke mate er sprake is van een ruptuur. Een ruptuur kan zich beperken tot de oppervlakkige huid, maar kan ook tot aan het rectum doorlopen. Er wordt bij een perineumruptuur onderscheid gemaakt tussen eerste-, tweede-, derde- en vierdegraadsruptuur.
Wie hecht een ruptuur na een bevalling?
Verloskundigen (eerstelijns en klinisch) zijn bevoegd en bekwaam om eerste- en tweedegraads rupturen en een episiotomie te hechten. Hieronder vallen ook labiumrupturen en vaginawandrupturen. Een eerstelijns verloskundige kan dit in de meeste gevallen ook thuis of bij een poliklinische bevalling.
Bij een derde- of vierdegraads ruptuur (of bij twijfel hierover) laat de verloskundige een arts beoordelen. Zo’n ruptuur komt voor bij ongeveer 3 op de 100 vrouwen. Wanneer er inderdaad sprake is van een diepere ruptuur, hecht de gynaecoloog de ruptuur op de operatiekamer met een spinaal of onder algehele verdoving. Als een vrouw in de eerstelijn is bevallen, draagt de verloskundige haar voor het hechten tijdelijk over aan de tweedelijn (ziekenhuis).
Waarom hechten?
Het doel van hechten is om:
- De wondranden bij elkaar te brengen zodat de huid en de onderliggende lagen dicht en goed tegen elkaar liggen om herstel te versnellen.
- Bloedverlies te stoppen door het sluiten van kleine bloedvaatjes die tijdens de bevalling zijn gescheurd.
- Infecties te voorkomen. Een open wond is namelijk kwetsbaarder voor bacteriën; door te hechten wordt de kans op infectie kleiner.
- De anatomie te herstellen zodat het perineum (en de spieren eronder) weer goed kan functioneren. Dit is belangrijk voor het plassen, het hebben van ontlasting en seksuele activiteit.
- Pijn en klachten op lange termijn te beperken. Zonder goede genezing kunnen er pijnlijke littekens, incontinentieproblemen of seksuele klachten ontstaan.
Hoe snel gaat het herstel van een ruptuur?
Dat verschilt sterk per vrouw. Over het algemeen geldt dat hoe oppervlakkiger de ruptuur is, hoe minder pijn en ongemak een vrouw ervaart rondom het herstel. Een ondiepe ruptuur herstelt binnen een aantal dagen tot weken (vaak maximaal 6 weken). Diepe rupturen vergen vaak een langdurig herstel (tot een aantal maanden). In het uitgebreide artikel lees je meer over wat je kunt verwachten van het herstel na een ruptuur.
Hoe herstelt een ruptuur het snelst?
In het uitgebreide artikel lees je flink wat tips ter ondersteuning bij het herstel na een ruptuur, zoals koelen, spoelen (met bijvoorbeeld kamillewater), rust en het belang van voldoende drinken en vezelrijke voeding. Ook pijnmedicatie zoals paracetamol is onderzocht in combinatie met borstvoeding en kan veilig worden gebruikt (Lareb, 2025). Ibuprofen is een tweede keuze als pijnstiller in de kraamperiode, maar kan ook ontstekingsremmend werken als er sprake is van een ontsteking van de wond (Lareb, 2025; Walter & Digler, 1997). Wel is het advies pas pijnmedicatie te slikken na overleg met de kraamzorg en/of verloskundig zorgverlener
Wat belemmert of vertraagt het herstel?
Te lang zitten op harde oppervlakken of juist niet zitten op de wond, zijn beiden niet bevorderlijk voor het herstel na een ruptuur. Ook is het advies niet in bad te gaan en producten te vermijden die de huid kunnen irriteren (zoals zeep of vochtig toiletpapier). Ook is het niet slim de wond af te sluiten; dan gaat de boel maar boeien, wat het gevaar op infectie vergroot.
Wat is de onderbouwing van hechten of niet-hechten van een eerste- of tweedegraads ruptuur?
Er is nog relatief weinig onderzoek gedaan naar het wel of niet hechten van een tweedegraads ruptuur of episiotomie. In dit artikel worden drie belangrijke studies besproken, die onderling verschillende resultaten laten zien. Uit sommige onderzoeken blijkt dat het niet hechten voordelen kan bieden, zoals minder pijn, minder behoefte aan pijnstilling en heeft het geen negatieve invloed op borstvoeding of seksuele functie. Daarbij lijkt de wondgenezing niet slechter te verlopen.
Andere studies laten zien dat het niet hechten juist kan leiden tot slechtere wondgenezing, ondanks dat de pijnbeleving vergelijkbaar is met vrouwen bij wie wel gehecht zijn. Daarnaast wordt er in een systematische review gewezen op beperkingen van het bestaande onderzoek, zoals kleine steekproeven en onduidelijke uitkomstmaten. Tot nu toe is er nog geen grootschalig en goed opgezet vervolgonderzoek gedaan. Gezien de beperkte en soms tegenstrijdige resultaten is het belangrijk dat de verloskundige en de vrouw samen een weloverwogen keuze maken om wel of niet te hechten.
De impact op vrouwen wanneer perineumrupturen niet zorgvuldig worden gehecht is aanzienlijk (tot 33% van de rupturen worden volgens literatuur niet goed gehecht) (Diaz et al., 2021). Dit kan leiden tot dyspareunie, incontinentieproblemen en verhoogde risico’s op verzakkingen en vesicovaginale fistels. Langdurige psychologische gevolgen kunnen impact hebben op moeder-kind binding, de relaties met partner en familie, en het lichaamsbeeld en zelfacceptatie beïnvloeden.
Zijn er verschillende manieren van hechten?
Zeker: de losgeknoopte hechtingstechniek, waarbij afzonderlijke knoopjes worden geplaatst, en de doorlopende hechtingstechniek, waarbij het perineum in één continue beweging wordt gehecht. De vraag welke methode het meest effectief is, is uitgebreid onderzocht in verschillende studies, zoals de review van Frohlich en Kettle (2016) waarin verschillende studies zijn gebundeld. Zowel in de vroege kraamtijd (na 48 uur en 10 dagen) als bij het gebruik van pijnstilling, tonen doorlopende hechtingen duidelijke voordelen ten opzichte van losgeknoopte hechtingen. Op de langere termijn, zoals pijn bij vrijen drie maanden postpartum, is er geen aantoonbaar verschil.
Kan je ook iets anders doen dan hechten?
Voor het herstellen van een ruptuur zijn er ook minder gebruikelijke methoden:
– Huidlijm; in de spoedeisende hulp wordt huidlijm al vaak toegepast. Twee systematische reviews (niet specifiek in de verloskunde) tonen aan dat huidlijm daar minstens even goede of zelfs betere resultaten oplevert dan hechtingen, met lagere pijnscores
– Wondhechtstrips; uit een kleinschalig onderzoek (96 vrouwen verdeeld over 2 groepen) bleek dat vrouwen die wondhechtstrips (pleisters) kregen in plaats van hechtingen, minder pijn hadden. Wel moest de wond droog en schoon blijven en lijkt deze methode alleen geschikt voor oppervlakkige perineumwonden.
– Zeewier; er is een groep(je) Amerikaanse vroedvrouwen die dit met succes toepast, maar er is nog geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.
– Kruiden en extracten; onder meer arnica, calendula, kamille staan bekend om wondherstel te ondersteunen.
Hoe ervaren vrouwen het hechten van het perineum?
Uit een kleinschalig kwalitatief onderzoek (15 vrouwen) van Hammond et al. (2022) bleek dat vrouwen in het ideale scenario treffen zij voor het hechten een zorgverlener die het proces uitlegt, regelmatig controleert hoe het gaat, en de gevoelens van de vrouw erkent. Negatieve ervaringen ontstaan wanneer zorgverleners het hechten als een routineklus behandelen en de vrouw negeren of haar gevoelens niet erkennen.
Nog geen lid van Vraag de Vroedvrouw maar wel benieuwd naar het hele artikel? Word nu lid!

