In Nederland ervaart 20-30% van de vrouwen haar bevalling als een traumatische gebeurtenis. Ongeveer 1-3% van de vrouwen in Nederland (en andere westerse landen) ontwikkelt een posttraumatische stressstoornis (PTSS) na haar bevalling. In niet-westerse landen ligt dit percentage mogelijk hoger (tot 15%) maar er is tot nu toe te weinig onderzoek verricht om daar met zekerheid wat over te kunnen zeggen.
Wat is een bevallingstrauma?
Een bevallingstrauma kan uiteenlopen van iemand die er vooral een nare herinnering aan overhoudt tot iemand die klachten ontwikkelt en nauwelijks meer kan functioneren door een posttraumatisch stressstoornis. In het artikel wordt dit uitgebreid en genuanceerd toegelicht.
Wie krijgt er een bevallingstrauma?
Het valt van tevoren niet goed te voorspellen wie wel en wie niet een PTSS ontwikkelt. Ook als de bevalling door anderen (zorgverleners/omgeving) als ‘normaal’ werd gezien, kan dit door de barende als traumatisch beleefd worden. Andersom is het ook mogelijk; dat een barende de bevalling zelf niet als traumatisch ervaren heeft, maar de partner of zorgverlener wel.
Welke klachten horen bij een bevallingstrauma?
De volgende klachten (in het uitgebreide artikel worden deze veel uitgebreider toegelicht) kunnen na zo’n gebeurtenis duiden op een PTSS:
- herbelevingen waarbij ook dissociatie kan optreden
- vermijding van plekken, voorwerpen of personen die samenhangen met de gebeurtenis.
- Negatieve verandering in cognitie en stemming.
- Verandering van arousal en reactiviteit, denk aan prikkelbaarheid, over alert zijn en concentratie- en slaapproblemen
Er wordt van PTSS gesproken als bovenstaande klachten langer dan een maand bestaan, het dagelijks functioneren in de weg zitten en niet toegeschreven kunnen worden aan andere stoornissen.
Welke behandelingen zijn er?
Er zijn twee behandelmethodes als meest effectief bewezen in de wetenschap en ook opgenomen in de richtlijn ‘Bevallingsgerelateerde PTSS’. Daarnaast bestaan er vele andere methodes waar sommigen ook baat bij hebben en anderen niet.
- Een veel gebruikte behandelmethode om PTSS te behandelen is EMDR. Inmiddels is veelvuldig de effectiviteit bewezen en is EMDR in de richtlijnen de eerste keuze van behandeling voor PTSS.
- Een andere behandeling voor PTSS na een bevalling is cognitieve gedragstherapie (afgekort CGT), in de praktijk vaak aangeduid met imaginaire exposure (blootstelling aan het trauma in de verbeelding).
In het volledige artikel worden de twee behandelmethodes verder toegelicht en daarnaast ook nog andere methodes beschreven.
Hoe voorkom je een bevallingstrauma?
Er zijn geen wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar interventies die kunnen voorkomen dat de baring als traumatisch wordt ervaren. Wel is er onderzoek gedaan naar ‘beschermende factoren’ (dat wordt dus niet als interventies gezien, maar dat zijn wellicht wel zaken waar iemand invloed op uit kan oefenen ter preventie).
- De eerste is dat de wensen van de vrouw en haar partner, zoals beschreven in bijvoorbeeld een bevallingsplan, gerespecteerd en nageleefd worden.
- Verder wordt continuïteit van zorg tijdens de baring genoemd en een-op-eenbegeleiding.
- Verder wordt huid-op-huid contact (zo snel mogelijk) na de bevalling genoemd als beschermende factor.
- Ook veel hulp en ondersteuning in de eerste zes weken bleek beschermend te zijn.
In het artikel lees je ook informatie over secundair trauma bij de zorgverlener of partner en is te lezen wat een zorgverlener kan beteken indien er sprake is van een bevallingstrauma.
Nog geen lid van Vraag de Vroedvrouw maar wel benieuwd naar het hele artikel? Word nu lid!