Hoofdstuk 4, Paragraaf 4
In uitvoering

3.4 Een aanvulling op BRAINS: het model van Yuill

Hoofdstuk voortgang
0% Voltooid

Een systematische review van 35 met name kwalitatieve onderzoeken over keuzes maken rondom zwangerschap en bevallen (Yuill, 2020) concludeerde dat zorgverleners vaak denken dat ze neutraal counselen over keuzemogelijkheden, maar dat zwangeren zelf een zeer beperkte rol in het besluitvormingsproces ervaren en vaak niet het gevoel hebben dat er écht een keuze is. 

Na analyse van de data over ervaringen van ouders (De geïncludeerde studies bevatten data uit de VS (7 studies), Canada (5), Australië (5), Nieuw-Zeeland (5), Finland (2), Denemarken (1) en Nederland. Door in de gespecificeerde tabel uit het artikel het aantal respondenten bij elkaar op te tellen, komt het totaal op 2171 respondenten. Dit waren zowel vrouwen met als zonder medische indicatie.)

Uit deze onderzoeken, formuleerde Yuill en haar collega’s drie thema’s rondom keuzes maken: 

  • onzekerheid
  • lichamelijke autonomie & integriteit
  • “performing good motherhood” (de keuze maken die met ‘goed moederschap’ geassocieerd wordt). 

In andere woorden: dit zijn de belangrijkste onderwerpen voor ouders in het keuzeproces rondom zwangerschap en bevalling.


Yuill concludeert dat een uiteindelijke keuze maken, een complex proces is en niet alleen een kwestie van zo veel mogelijk informatie verzamelen en daarna plussen en minnen tegen elkaar wegstrepen. De levensfilosofie in het algemeen en overtuigingen rondom zwangerschap en bevallen in het bijzonder spelen ook een grote rol in hoe iemand haar keuze maakt; iemand die bevallen als inherent gevaarlijk ziet, zal informatie over risico’s van een thuisbevalling anders duiden dan een zwangere die een groot vertrouwen heeft in het natuurlijke proces van baren.
De meeste zwangere verzamelen meer informatie dan alleen dat van hun directe zorgverlener. Alhoewel de variatie enorm is, zoeken de meeste zwangeren informatie op internet en gaan ze ook actief op zoek naar ervaringen van vrouwen uit hun omgeving. Al deze informatie wordt met de “bril” van de levenshouding (Yuill noemt het “geboortefilosofie”) geïnterpreteerd en gewogen.

In onderstaande infographic vat Yuill alle aspecten in het keuzeproces samen. Het is in strikte zin is dit model geen beslistool, maar eerder een hulpmiddel om inzichtelijk te maken welke aspecten allemaal van invloed zijn op de keuze(s) van een zwangere. Dit kan vervolgens helderheid voor zowel zwangere als zorgverlener(s) geven en daarmee context en begrip creëren van de keuzes van de zwangere/barende. Mogelijk kan dit model als “voorwerk” werken voordat men bijvoorbeeld met een tool als BRAINS aan de slag gaat. Hieronder eerst het model en daaronder de toelichting op een aantal van de aspecten.


Uitleg van Yuill bij bepaalde aspecten van het model

  • Onzekerheid (hoe minder zeker de uitkomsten, hoe lastiger de beslissing. Bijvoorbeeld: bij een placenta praevia is de keuze voor een sectio makkelijker gemaakt dan bij een keizersnede op verzoek. Maar ook: hoe controlebehoeftig is iemand, en hoe draagkrachtig in het omgaan met onzekerheden die onlosmakelijk verbonden zijn aan zwangerschap en geboorte? Vooral bij vrouwen die voor het eerst zwanger zijn speelt de onzekerheid over hoe zij de weeën en alle andere aspecten van een baring gaan ervaren. Baringsangst valt onder dit thema. Dit hoeft niet per se over angst voor de pijn zelf te gaan, maar kan bijvoorbeeld ook de angst zijn niet serieus genomen te worden of overgeleverd te zijn aan protocollen.
  • Lichamelijke autonomie en integriteit; autonomie is de basisbehoefte van ieder mens om zelf te bepalen wat belangrijk voor je is. Integriteit gaat over expliciete toestemming geven voor aanraking en handelingen. We weten uit veel onderzoek dat dit thema een grote rol speelt in de uiteindelijke bevalervaring.
  • Een ‘goede’ moeder proberen te zijn, of zoals Yuill omschrijft: “performing good motherhood”. Dit wordt sterk bepaald door de maatschappij waarin iemand leeft en de cultureel-religieuze gemeenschap waartoe ze behoort. Vrouwen met bijvoorbeeld zorgvragen buiten de richtlijn, krijgen snel het verwijt egoïstisch te zijn. Er wordt dan aangenomen, dat een verstandige keuze gelijkstaat aan de beslissing met zo min mogelijk risico voor de baby.


Onder de cirkels in het model staan de dimensies in tijd die een keuze beïnvloeden:
Huidige zwangerschap: dingen die een vrouw meemaakt in haar zwangerchap die van invloed kunnen zijn op de keuzes die zij maakt, bijvoorbeeld: het verlies van een voldragen baby in de dircte omgeving, een positieve bevalervaring van een vriendin, klachten of ziekte bij de zwangere zelf of in de directe omgeving.
Persoonlijke geschiedenis: eerdere bevalervaringen, (seksueel) trauma en andere belangrijke levensgebeurtenissen en familie-ervaringen in het recente verleden. Dit kan een zeer emotionele laag zijn; hier bevinden zich herinneringen aan trauma of verlies, die beïnvloeden hoe vrouwen hun besluitvorming benaderen en welke zorgopties zij en hun partners serieus overwegen. In het volgende hoofdstuk gaan we verder op dit punt in.
Historische geschiedenis: vaak verweven met de manier waarop vrouwen geboorte zien en hoe zij hun beslissingen nemen. Het ‘verleden’ of ‘de oude tijden’ worden vaak gebruikt om een keuze te rechtvaardigen, met name als het gaat om de plaats van bevalling. Deze rechtvaardiging kan er bijvoorbeeld zo uitzien:
> verwijzing naar traditionele geboortepraktijken, biologische instincten of de fysiologie van zoogdieren om de keuze voor een thuisbevalling of vrije geboorte te versterken
> verwijzing naar historische moeder- en babysterftecijfers om een ziekenhuisbevalling als veiligere optie te beschouwen