Hoofdstuk 1 van 7
In uitvoering

Samenvatting

Bij een vastzittende placenta (retentio placentae) komt de placenta niet spontaan los na de geboorte. De arts verwijdert de placenta dan handmatig op de operatiekamer, deze procedure heet een ‘manuele placentaverwijdering’.

Wat is een fysiologisch nageboortetijdperk?
Het nageboortetijdperk begint na de geboorte van de baby en eindigt met de geboorte van de placenta. Een fysiologische geboorte van de placenta is wanneer de moeder de placenta zelfstandig, zonder hulp of inmenging van buitenaf, baart. Hoe lang een fysiologisch nageboortetijdperk ‘mag’ duren is niet helder; het meeste onderzoek naar de tijdsduur van het nageboortetijdperk is gedaan bij een actief geleid nageboortetijdperk. Ideeën bij vroedvrouwen of en wanneer een fysiologisch nageboortetijdperk ‘te lang’ duurt, varieert van 30 minuten tot 24 uur. Meer over het nageboortetijdperk lees je in ons uitgebreide artikel hierover. 

Wat kan je doen als de placenta niet vanzelf komt?
Gangbare methoden om de placenta (sneller) geboren te laten worden zijn bijvoorbeeld: het veranderen van houding, huid op huidcontact met de baby (wat een oxytocineboost geeft), baby aanleggen aan de borst, het toedienen van synthetische oxytocine, controlled cord traction (spanning zetten op de navelstreng door er zachtjes aan te trekken tijdens een nawee) en het legen van de blaas.

Wat is een vastzittende placenta?
Volgens de beroepsvereniging van gynaecologen NVOG is er sprake van retentio placentae als de placenta er na dertig minuten nog niet is, of in een gecontroleerde situatie (waarbij er sprake is van minder dan 500 milliliter bloedverlies, normale controles en een directe operatiekamer voorhanden) na zestig minuten (NVOG, 2015). 

Wat is het risico van een vastzittende placenta?
Het grootste risico van een vastzittende placenta is overmatig bloedverlies bij de moeder (een fluxus). In Nederland is de definitie van een fluxus meer dan een liter bloedverlies.

Hoe vaak komt een vastzittende placenta voor voor?
In Nederland kreeg in 2017 1,7% (2.802 vrouwen) van alle bevallen vrouwen die vaginaal bevielen, een manuele placentaverwijdering. Van de nulliparae kreeg 2,1% een manuele placentaverwijdering, van de multiparae kreeg 1,4% een manuele placentaverwijdering (Perined Jaarboek, 2017).

Waarom wordt een placenta soms niet spontaan geboren?
Er zijn geen cijfers te vinden die weergeven hoe vaak welke oorzaak voorkomt indien er sprake is van een vastzittende placenta omdat er veelal geen onderscheid wordt gemaakt bij het stellen van de diagnose ‘vastzittende placenta’.

In een onderzoek van Urner et al. uit 2014 wordt de volgende classificatie aangehouden voor het feitelijk niet spontaan geboren kunnen worden van de placenta (met andere woorden: het niet-spontaan komen van de placenta heeft een fysieke/pathologische oorzaak):

  • Placenta adherens; waarbij er sprake is van een niet-functionele samentrekking van het myometrium.
  • Incarcerated placenta; waarbij er sprake is van een opgesloten placenta door een gesloten baarmoederhals.

In veel gevallen zal een vastzittende placenta na afwachten toch spontaan (en zonder problemen) geboren worden.

Wat gebeurt er met een vastzittende placenta?
Bij een retentio placentae wordt manuele placentaverwijdering ingezet om de placenta te verwijderen. Dit gebeurt in Nederland meestal op de operatiekamer. Meestal krijgt de moeder algehele narcose, soms kunnen ze ook epidurale of spinale analgesie gebruiken als de vrouw deze eerder gedurende de bevalling heeft gekregen.
Na de manuele placentaverwijdering krijgt de moeder eenmalig antibiotica en syntocinon (synthetische oxytocine) toegediend om de baarmoeder te doen samentrekken (NVOG, 2015).

Wat is de onderbouwing van dit beleid?
Verschillende onderzoeken laten een grotere kans op fluxus zien als de placenta na 30-40 minuten nog niet geboren is. Het is echter niet uit te sluiten dat deze toegenomen kans op fluxus (deels) juist ontstaat dóór de manuele placentaverwijdering. Er is te weinig onderzoek naar gedaan om een definitieve uitspraak over te doen. Daarbij wordt de nadruk vooral gelegd op het voorkomen van een fluxus en worden mogelijke (andere) complicaties van een manuele placentaverwijdering vaak buiten beschouwing gelaten.

Zijn er ook alternatieven?
Naast het feit dat er ontwikkelingen en veranderingen nodig zijn binnen het huidige protocol (om vast te stellen wanneer een placenta niet spontaan geboren kán worden), kan het ook zinvol zijn om te kijken naar een geheel andere benadering:

  • Acupunctuur: uit één onderzoek kwam bij 77% van de vrouwen de placenta spontaan los na acupunctuur (Djaković & Bilić, 2014).
  • Hormonen & omgeving: een rustige, veilige omgeving stimuleert natuurlijke oxytocine, wat de placentageboorte bevordert (Buckley, 2015).
  • Intacte navelstreng en natuurlijke houding: geen klem op de navelstreng en hurkhouding leidden tot snellere placentageboorte en minder bloedverlies (Botha, 1968).