Veel geboortezorgwerkers kennen ‘m: de B.R.A.I.N.(S.) beslismethode (de S komt alleen in de Nederlandse versie voor), waarbij zwangeren bij elk voorstel voor een meting of interventie tijdens zwangerschap en bevalling de volgende vragen stellen (er circuleren verschillende varianten van dit acroniem, maar inhoudelijk komt het op hetzelfde neer):

Niemand lijkt te weten door wie deze methode bedacht is. Toen ik in 2019 de eindredactie deed van de Nederlandse vertaling van The Positive Birth Book van Milli Hill (Positief over Bevallen in het Nederlands, ondertussen is ook de herziene versie uit 2022 vertaald), hebben we samen met de auteur tevergeefs geprobeerd de oorsprong te achterhalen. Het lijkt een organisch groeide en doorontwikkelde methode te zijn, met andere woorden: geboortewerkers zijn het in de praktijk gaan gebruiken, merkten dat het aansloeg en via via heeft het zijn veelheid aan vormen en variaties gekregen. Wie de gouden tip heeft over de bedenker, mail ons vooral! |
De methode is waarschijnlijk om die reden ook niet wetenschappelijk onderzocht op effectiviteit. Er zijn vergelijkbare methoden die wel onderzocht zijn, zoals het GOFER-model dat psycholoog Leon Mann in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkelde (Mann, 1988). GOFER is een acroniem voor
- Goals clarification
- Options generation
- Facts-finding
- consideration of Effects
- and Review en implementation
ofwel helder krijgen van doelen, opties verkennen, feiten verzamelen, inschatten van de mogelijke effecten/risico’s en eventueel herzien en uitvoeren. Mann onderzocht het effect van zijn model op de leerprestaties van studenten, Hij concludeerde dat studenten die zijn beslismodel gebruikten, meer tevreden waren over gemaakte keuzes en een groter zelfvertrouwen hadden. Ook waren ze beter in staat zelf gerapporteerde patronen in hoe ze gewend waren keuzes te maken, te doorbreken.
Nu is een universiteit niet vergelijkbaar met een spreekkamer bij de verloskundige of gynaecoloog, en kan je je afvragen of de context (academisch prestaties versus de geboorte van je kind) niet te veel verschillen om deze resultaten te generaliseren. Uit onderzoek naar het ontstaan van traumatische bevalervaringen (onder meer Horsch 2024, Kranenburg 2023, Shareef 2023, Stramrood 2011 en 2013) blijkt dat autonomie (de basisbehoefte om zelf te bepalen wat belangrijk voor je is) en het behoud van regie (de vaardigheid om autonomie in de praktijk te brengen door zelf weloverwogen beslissingen te nemen) twee belangrijke factoren zijn bij het ontstaan/voorkomen van bevallingstrauma. In andere woorden: zwangeren willen zelf aan het roer staan en een actieve (zo niet leidende) actor zijn in de besluitvorming rondom hun bevalling. Gebeurt dit niet, dan is dit een risicofactor voor het ontstaan van een negatieve bevalervaring.
Dan is de vraag: ligt de nadruk bij modellen als B.R.A.I.N.S. en GOFER niet te veel op keuzes maken als een rationeel proces en heeft het wel oog voor de psychologische en contextuele invloed op ons gedrag? Ook zou je kunnen zeggen dat dit soort beslis-hulpmiddelen erg gericht zijn op het (voorkomen van) interventies, niet echt helpen om het probleem in kaart te brengen en bijvoorbeeld weinig oog hebben voor bijvoorbeeld de machtsdynamiek in de bevalkamer.