Hoofdstuk voortgang
0% Voltooid

Uit de vragenlijsten van Van der Pijl (2023) blijkt dat barenden niet zo vaak een interventie weigeren:

  • zo’n 0,7% weigert een uitwendige CTG en inwendig onderzoek
  • circa 8,7% weigert een inleiding (hieronder valt ook het advies synthetische oxytocine op te starten na een spontane start van de baring, bijvoorbeeld omdat de weeën niet sterk en/of effectief zijn) of een secundaire sectio.

Maar: bij meer dan de helft van die 0,7%, werd hun ‘nee’ niet geaccepteerd; zij werden overruled, voelden zich gedwongen toch mee te gaan in het advies, of hun nee werd zelfs genegeerd. Van de vrouwen die nee blijven zeggen op een voorgestelde interventie, zegt 3% dat de handeling alsnog is uitgevoerd. Van deze groep zegt 67,4% (episiotomie) tot 92,7% (inwendig onderzoek) dit als naar of traumatisch te hebben ervaren (Van der Pijl, 2023). 

Wat zeggen deze cijfers?

Sowieso dat de praktijk weerbarstig is en dat er dus blijkbaar allerlei obstakels zijn om de wettelijk vastgelegde keuzevrijheid in de bevalkamer te waarborgen. Plus: als vrouwen gebruik maken van hun recht nee te zeggen, en dit niet gerespecteerd wordt, dit hun beval-ervaring exponentieel nadelig beïnvloedt (de emotionele impact is groter dan bij vrouwen die niet wisten dat een interventies had plaatsgevonden, of die zich lieten overtuigen toch akkoord te gaan met de interventie).

Negatieve bevalervaring

Tien tot 20% vrouwen kijkt tot drie jaar postpartum negatief terug op hun bevalling en 1% van hen ontwikkelt langdurige klachten door ptss (Rijnders 2008, Stramrood 2011). Het onderzoek van gynaecoloog Claire Stramrood laat zien dat het als traumatisch ervaren van de bevalling vaak minder te maken heeft met de interventies zelf. Ook kan een bevalling op papier prima zijn verlopen, maar toch een traumatische impact hebben. De crux bij vrijwel alle vrouwen die hun bevalling als traumatisch omschrijven: betere communicatie en het behoud van regie. Deze conclusie werd bevestigd door onderzoek van gynaecoloog Martine Hollander (2017). Zij vroeg 2192 vrouwen wat volgens hen zorgverleners en/of zij zelf hadden kunnen doen om hun negatieve bevalervaring te voorkomen. De meest genoemde antwoorden waren: 

  • duidelijker communiceren en uitleggen (39.1%)
  • meer naar hen luisteren (36.1%) 
  • beter emotioneel en praktisch ondersteunen (29.8%). 

Vrouwen denken terugkijkend dat ze zelf niet veel invloed hadden op de ervaring. Op de vraag wat ze zelf anders zouden doen, zegt:

  • 37% ‘niks’
  • 26,9% bepaalde handelingen/interventies te vragen 
  • 16,5% stelliger handelingen/interventies te weigeren (Hollander, 2017).