Hoofdstuk 1 van 9
In uitvoering

Samenvatting

Wat houdt een vroeggeboorte in?

Vanaf 37 weken wordt een pasgeborene als voldragen beschouwd. Wanneer een vrouw dus bevalt vóór de 37 weken, heet dit een vroeggeboorte of premature bevalling. De pasgeborene is op dat moment nog niet klaar met ontwikkelen waardoor vaak extra medische zorg nodig is (bijvoorbeeld op het gebied van ademhaling en warmte behouden). Vroeggeboorte brengt vaak complicaties met zich mee en geeft ook een groter risico op het ontstaan van complicaties op de langere termijn. 

In Nederland wordt ongeveer 7-8% van alle pasgeborenen vóór de 37 weken geboren. In 2021 zijn 11.350 baby’s geboren met een termijn tussen de 24+0 en 36+6 weken; dat is in totaal 6,63% van alle geboortes uit dat jaar (Perined, 2021). Wereldwijd liggen deze percentages tussen de 5 en 18% (WHO, 2022).

Als het gaat over vroeggeboorte, zijn er verschillende scenario’s: 

  • Spontane premature geboorte: de bevalling begint spontaan vóór de 37 weken zijn bereikt en de pasgeborene wordt prematuur geboren
  • Dreigende vroeggeboorte: de zwangere ervaart één of meerdere symptomen van een vroeggeboorte zoals breken van de vliezen vóór 37 weken, weeën, vaginaal bloedverlies zonder oorzaak, of op de echo wordt een verkorting van de cervix geconstateerd.
  • Medisch geïndiceerde geboorte: op basis van complicaties die optreden bij de moeder en/of de pasgeborene, wordt de bevalling vóór de 37 weken opgewekt door middel van een ingeleide bevalling of keizersnede.

Binnen de vroeggeboortes wordt onderscheid gemaakt tussen drie subgroepen:

  • Extreme vroeggeboorte (<28 weken)
  • Vroeggeboorte (28-32 weken)
  • Late vroeggeboorte (32-37 weken) (ongeveer 70% van alle vroeggeboortes vindt plaats op deze termijn).

Wat zijn mogelijke signalen van een spontane vroeggeboorte?

Een vroeggeboorte kan zich spontaan en zonder voortekenen aandienen. Signalen van een dreigende vroeggeboorte zijn:

  • Het breken van de vliezen; de meerderheid van de vrouwen (67,5%) waarbij de vliezen prematuur breken bevalt binnen 7 dagen en bijna 40% bevalt zelfs binnen 48 uur na het breken van de vliezen. Bij vrouwen die niet spontaan bevallen wordt afgewacht met bevallen tot 37 weken, als er geen tekenen zijn van intra-uteriene infectie of andere problemen. 
  • Weeën: 50-60% van de vrouwen die een tijdje vroegtijdige weeën heeft gehad, bevalt uiteindelijk bij een normale termijn (dus ná de 37 weken).
  • Vaginaal bloedverlies met onbekende oorzaak: Er lijkt in diverse onderzoeken een verband te zijn tussen vaginaal bloedverlies en een verhoogd risico op een vroeggeboorte, maar het is niet bekend om hoeveel vrouwen het uiteindelijk gaat.

Wat zijn de risico’s van een vroeggeboorte?

Veel organen van de baby, waaronder de hersenen, longen en lever, zijn nog in ontwikkeling in de laatste weken van de zwangerschap. Hoe vroeger de bevalling, hoe groter het risico op meer complicaties, of in het ergste geval zelfs overlijden. Over het algemeen kan je zeggen dat hoe vroeger de termijn bij geboorte, hoe groter de kans op (ernstige) complicaties. Het soort complicaties is zeer uiteenlopend, van longaandoeningen tot ontwikkelingsstoornissen en van gedragsproblemen tot problemen met groei en voeding.

Prematuriteit is wereldwijd de grootste oorzaak voor het overlijden van pasgeborenen. Pasgeborenen die prematuur geboren worden hebben een bijna 4 keer grotere kans om te overlijden in het eerste jaar van hun leven dan pasgeborenen die na 37 weken zwangerschap geboren worden. Er worden overlevingskansen gezien van 30-70% bij een vroeggeboorte rond 24 weken tot aan overlevingskansen van rond de 90% vanaf 28 weken. Late prematuren (vanaf 32 weken) hebben betere uitkomsten dan de extreem prematuren (vóór 28 weken), maar het risico op overlijden in het eerste jaar is nog steeds 3 keer zo groot in vergelijking met à terme pasgeborenen.

Wie heeft er een groter risico op (dreigende) vroeggeboorte? 

Er zijn verschillende factoren gevonden die mogelijk van invloed kunnen zijn op een dreigende vroeggeboorte:

  • vrouwen die eerder een vroeggeboorte hebben gehad
  • meerlingzwangerschap (60% in vergelijking met 10% bij eenlingzwangerschap), maar: hierbij komt een deel van de vroeggeboorte door eerder inleiden
  • zwangerschap m.b.v. voortplantingstechnieken zoals IVF of ICSI
  • korte periode tussen twee zwangerschappen (<6 maanden)

Er zijn ook verschillende complicaties/ziektes die het risico op een vroeggeboorte verhogen (deels door een spontane vroeggeboorte en deels door een inleiding of sectio), zoals infecties (urineweg, vaginaal of een soa), bloedarmoede, een hoge bloeddruk, diabetes, een verkorte cervix (baarmoedermond), een laagliggende placenta (placenta previa) en een foetus met een congenitale afwijking. Ook etniciteit, leeftijd van de moeder(onder de 18 of boven de 35)  en leefstijl of omgevingsfactoren spelen mogelijk een rol.

Welke interventies zijn er mogelijk?

In het uitgebreide artikel in de Kennisbank worden alle (medische) interventies uitgebreid besproken. Er is een breed scala aan mogelijkheden, afhankelijk van de zwangerschapstermijn en variërend van afwachten en het toedienen van medicatie (bijvoorbeeld weeënremmers, maar ook longrijpers voor de baby) tot actief inleiden of het uitvoeren van een sectio. Het counselinggesprek met de ouders is een belangrijke sociaal emotionele interventie, waarbij ouders eerlijk en neutraal voorgelicht worden over risico’s en prognoses.

Bevalling
In Nederland vindt een bevalling <32 weken in principe plaats in een ziekenhuis waar een NICU-afdeling is, zodat een baby direct na de geboorte specialistische zorg kan krijgen. Als de bevalling >32 weken plaatsvindt, kan de bevalling ook in een algemeen ziekenhuis plaatsvinden. 

Als de bevalling spontaan doorzet, verloopt de bevalling eigenlijk niet heel anders dan wanneer je à terme bevalt. Weeën opvangen en persen kan op dezelfde manier als hoe dat in elke andere situatie kan. De kans bestaat ook dat er een inleiding wordt ingepland, bijvoorbeeld omdat er extra risico’s zijn. In een spoedsituatie kan ook besloten worden tot een keizersnede.

Wanneer de baby geboren is
De opvang van de baby gaat vaak wel anders dan bij een à terme bevalling. Hoe anders dat precies zal zijn, is weer afhankelijk van verschillende factoren zoals de termijn. Hoe vroeger de bevalling plaatsvindt, hoe groter de kans is dat er problemen ontstaan, bijvoorbeeld op het gebied van ademhaling. Daarom staat er bij vroeggeboorten altijd een kinderarts paraat. 

Na de eerste opvang kan de baby afhankelijk van de conditie en termijn continu bij ouders blijven, of worden ze toch van elkaar gescheiden omdat de baby naar de neonatologie of NICU-afdeling wordt gebracht.

Borstvoeding voor een te vroeg geboren baby

Moedermelk is juist voor prematuur geboren baby’s enorm belangrijk; de melk van de eigen moeder is volledig aangepast aan de behoefte van haar baby (Stam, 2019). ‘Prematurenmelk’ bevat in vergelijking met moedermelk voor een à terme baby meer eiwit, natrium en chloriden (de laatste twee spelen een belangrijke rol in onder meer de stofwisseling. Ook bevat het veel antistoffen om de baby te beschermen tegen infecties (waar premature baby’s extra gevoelig voor zijn). De vetten zijn licht verteerbaar en qua samenstelling afgestemd op de behoefte van het onrijpe zenuwstelsel. 

Veel premature baby’s verblijven een tijdje op de afdeling Intensive Care Neonatologie (NICU). Voor moeders is het niet eenvoudig om hun eigen herstel, de zorg voor hun kwetsbare baby en het geven van borstvoeding te combineren. Afhankelijk van de termijn bij geboorte, is het voor veel te vroeg geboren baby’s te vermoeiend om (voldoende) live aan de borst te drinken, waardoor de moeder moet kolven. Om toch moedermelk beschikbaar te hebben voor baby’s waarvan de moeder (nog) niet genoeg eigen melk heeft, is de moedermelkbank opgericht; kinderen die voor een zwangerschapsduur van 30 weken geboren zijn, kunnen dan donormelk krijgen. Amsterdam UMC is het enige ziekenhuis met een moedermelkbank. Die levert nu melk aan het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam, Maastricht UMC+, Radboudumc in Nijmegen, UMC Groningen en Maxime MC in Veldhoven. Daarnaast kunnen de andere Neonatale Intensive Care units van Nederland (totaal 10 ziekenhuizen) en Neonatale High Care units of couveuseafdelingen donormelk afnemen bij de moedermelkbank en deze beschikbaar stellen voor de prematuur geboren baby’s of baby’s met specifieke darmproblemen in hun ziekenhuis. 

Hoe ervaren ouders een (dreigende) vroeggeboorte?

Uit onderzoeken naar de ervaringen van ‘NICU-ouders’ komt ongeveer hetzelfde naar voren: een vroeggeboorte is een ingrijpende en stressvolle gebeurtenis waarbij goede communicatie tussen zorgverleners en ouders cruciaal is. Er zijn verschillende factoren die als stressoren worden gezien zoals de conditie van de baby (denk aan onzekerheid over prognose, verslechtering van de situatie of angst voor verslechtering/overlijden), een verandering in de rol als ouder, maar ook omgevingsfactoren van de afdeling en het personeel.

Nog geen lid van Vraag de Vroedvrouw maar wel benieuwd naar het hele artikel? Word nu lid!

Wel lid? Je kunt gelijk verder lezen!