Inleiden is het proces van kunstmatig stimuleren van de baarmoeder om de baring op gang te brengen. Het is een steeds vaker voorkomende interventie in Nederland: in 2012 werd 21,8% van de bevallingen ingeleid, in 2018 was dit gestegen tot 23,1%, en in 2021 zelfs tot 27,5%.
Wat zijn medische indicaties voor inleiden?
In de afgelopen jaren is het aantal redenen waarom ingeleid zou moeten worden sterk gegroeid. Per regio kunnen de adviezen hierin verschillen. Medische indicaties die kunnen leiden tot het advies om een bevalling in te leiden zijn:
- (zwangerschaps)diabetes
- pre-eclampsie
- een in groei vertraagde baby
- het voelen van minder leven
- meerling
- macrosomie (verwachte grote baby)
- serotiniteit (‘over tijd’
- zwanger en ouder dan 40 jaar
- zwangerschapscholestase
- langdurig gebroken vliezen
- overleden baby of in een eerdere zwangerschap een overleden baby
- een zwaarwegende psychologische of sociale reden
De verschillende indicaties, de eventuele onderbouwing en verwijzingen naar artikelen en/of webinars en masterclasses worden in het volledige artikel verder toegelicht.
Hoe gaat een inleiding?
De mate van rijpheid van de cervix wordt beoordeeld aan de hand van de Bishop-score, die de toegankelijkheid, verstrekenheid, consistentie, positie en indaling van de cervix beschrijft. Hoe hoger de score, hoe minder interventies er doorgaans nodig zijn. Een score van 6 of minder wordt gedefinieerd als een onrijpe cervix, bij een score van hoger dan 6 is de cervix rijp.
Inleiden bij een onrijpe cervix
- Misoprostol: dit kan zowel oraal als vaginaal
- Foley-katheter, ook wel bekend als ‘het ballonnetje’
Indien de cervix rijp genoeg is, kan worden overgegaan op de volgende stap.
Inleiden bij een rijpe cervix
- Breken van de vliezen
- Soms wordt er afgewacht, soms wordt er direct gestart met synthetische oxytocine
Er is een grote variatie in mogelijkheden, waarbij in sommige regio’s het mogelijk is om met een Foley-katheter naar huis te gaan en daar te bevallen onder begeleiding van de eerstelijns verloskundige. Ook zijn er regio’s waar het breken van de vliezen bij een rijpe cervix thuis wordt aangeboden door de eerstelijns-verloskundige.
In de het volgende hoofdstuk worden de verschillende methoden verder toegelicht.
Wat zijn de mogelijke nadelen van een inleiding?
De nadelen van een inleiding hangen vaak samen met het gebruik van synthetische oxytocine en het gemis van lichaamseigen oxytocine. Meer daarover kun je lezen in het hele artikel Inleiden of in het artikel over het Nageboortetijdperk.
De nadelen van de inleiding kunnen ook samenvallen met de reden van inleiden; omdat er al sprake was van complicaties, werd er juist besloten om in te leiden.
Wat kan dit betekenen voor de barende?
- gemiddeld langere duur van de baring
- meer kans op een fluxus
- vaker hyperstimulatie (‘weeënstorm’)
- vaker borstvoedingsproblemen
- bijwerkingen van de medicatie
- meer medische interventies nodig zoals infuus, CTG
- vaker verzoek om pijnstilling
- hogere kans op sectio en vacuümbevalling (indien eerste bevalling)
- meer kans op een episiotomie
- postpartumdepressie of angststoornis: er is geen causaal verband aangetoond. Dat betekent dat er wel vaker een depressie of angststoornis wordt gezien na een inleiding, maar niet is bewezen dat dit door de inleiding zelf komt. Het zou ook kunnen dat dit komt door de complicatie waarvoor werd ingeleid.
Wat kan dit betekenen voor de baby?
- vaker opname op de NICU
- vaker asfyxie
- vaker beademing nodig
- op latere leeftijd vaker respiratoire aandoeningen
Kan een inleiding ook een goede baring zijn?
Met een inleiding kan een spontane bevalling niet worden nagebootst. Het is dus altijd anders en er is meer kans op complicaties. Dat betekent niet dat het niet ook een goede en fijne baring kan zijn.
Een barende kan onverwachte complicaties en interventies meemaken en toch het gevoel van regie en goede ondersteuning ervaren door:
- Goed geïnformeerd te zijn en vooraf in gesprek te gaan met het ziekenhuis.
- De regie houden tijdens de inleiding.
- In het ziekenhuis een fijne sfeer te creëren.
- Navraag doen wat mogelijk is voor zoveel mogelijk bewegingsvrijheid.
- Kijken wie er continue ondersteuning kan bieden.
Zijn er ook alternatieve methoden?
Verschillende alternatieve methoden om de bevalling op te wekken worden soms besproken, maar hun effectiviteit varieert. In het artikel vind je de verschillende onderzoeken en meer informatie over deze opties:
- “Strippen” is een veelgebruikte techniek die effectief kan zijn tussen 41 en 42 weken zwangerschap (lees ook meer in het artikel Serotiniteit (‘over tijd’).
- Tepelstimulatie kan lichaamseigen oxytocine vrijmaken maar is vooral effectief bij vrouwen met een al rijpe cervix.
- Andere alternatieven, zoals acupunctuur, castorolie, reflexologie, aromatherapie en bewegen, hebben beperkt bewijs van effectiviteit.
Nog geen lid van Vraag de Vroedvrouw maar wel benieuwd naar het hele artikel? Word nu lid!