Hoofdstuk 1 van 0
In uitvoering

Hoe wordt een navelstrengbloedgasanalyse uitgevoerd?

Voor het betrouwbaar bepalen van de navelstrengbloedgasanalyse, moet volgens onderzoekers Armstrong & Stenson het bloed worden afgenomen uit een navelstreng, die zo snel mogelijk na de geboorte is afgeklemd en/of doorgeknipt. De reden hiervoor, is dat een aanhoudende uitwisseling van bloed tussen baby en placenta de resultaten kan veranderen, waardoor deze oninterpreteerbaar en minder betrouwbaar worden (Armstrong & Stenson, 2007). Er zijn echter onderzoekers die hier een andere mening over hebben.

Onderzoek laat zien dat uitgestelde afname (na 1 minuut) van arterieel navelstrengbloed, het zuur-base-evenwicht significant beïnvloedt (verlaging pH en BSE, verhoging pO2, pCO2 en lactaat). Dit komt vermoedelijk doordat de baby met asfyxie CO2 afgeeft aan de placenta vanwege ‘hidden acidose’. Door de beperkte circulatie tijdens de baring vond er vaatvernauwing plaats in de organen en perifere weefsels van de baby, waardoor zure metabolieten (waaronder CO2) zich ophoopten. Wanneer de baby begint te ademen, herstelt de doorbloeding van de organen en de perifere weefsels zich. De opgehoopte metabolieten (waaronder CO2) stromen in de centrale circulatie en kunnen na enkele seconden worden gedetecteerd in het navelstrengbloed (Mokarami et al., 2013; Giovanni et al., 2020).

Na de bloedafname moet de analyse van het bloed binnen dertig minuten plaatsvinden, omdat anaerobe glycogenolyse in het bloedmonster kan leiden tot een verlaging van de pH-waarden. Om dit proces te vertragen, kunnen de bloedmonsters wel op ijs bewaard worden tot analyseren (van den Berg & Aarnouds, 2016). Er wordt verder niet onderbouwd waarom specifiek 30 minuten als kantelpunt wordt aangehouden.