Hoofdstuk 10 van 10
In uitvoering

9. Uit de praktijk: taaie knopen doorhakken met beperkte informatie

Het verhaal van Annemieke (tevens auteur van dit artikel) 

“Hadden we een onnodig risico genomen om, tegen het advies van de artsen in, thuis te bevallen? Die vraag heb ik mezelf regelmatig gesteld na de geboorte van onze derde dochter (ze is ondertussen 10). We wisten dat ons meisje ‘iets’ kon hebben. De kleine onderkaak op de echo, kon wijzen op een open gehemelte, wat misschien weer onderdeel kon zijn van een of ander syndroom waardoor ze na de geboorte mogelijk ademhalingsproblemen kon krijgen.

‘Kon’, ‘misschien’, ‘mogelijk’. Hoeveel vragen ik ook stelde aan kinderarts en gynaecoloog; wat nu écht de risico’s waren, kon niemand ons vertellen. ‘Voor de zekerheid’ was dan ook het belangrijkste argument voor een ziekenhuisbevalling. Een ingeleide bevalling ook nog, want omdat ik snel beval (bij mijn andere twee dochters vulden de eerste luidkeelse levenstekenen al binnen een paar uur onze slaapkamer), was het advies om niets aan het toeval over te laten. Dan was ik er maar vast, mocht er extra zorg nodig zijn voor die kleine.

Was dit mijn eerste zwangerschap geweest, dan schat ik, mezelf in die levensfase kennende, in dat ik hier schoorvoetend in mee was gegaan. Maar ik was eerder twee keer probleemloos thuis bevallen van negenponders en het voelde zo onlogisch om nu op basis van heel veel onzekerheden een totaal andere koers te varen. Dit zou mijn laatste bevalling zijn. Ik wilde me omringen en laten vertroetelen door mensen die ik kende, liefhad en vertrouwde – mijn partner, vroedvrouw en zelfstandig werkende kraamverzorgende. 

Ons meisje kwam op een vroege woensdagochtend binnen anderhalf uur op onze eigen slaapkamervloer ter wereld. Ze had inderdaad een open gehemelte, maar ze ademde goed en er waren geen andere acute dingen. Geluk? Intuïtie? De maanden ervoor was de onderstroom een niet te duiden maar allesoverheersend vertrouwen geweest. Nu heeft de winnaar altijd gelijk. Achteraf kan ik dus een fraai verhaal houden over ons feilloze onderbuikgevoel en trots melden dat we ons niet gek lieten maken door potentiële doemscenario’s die ons in de spreekkamer van het academisch ziekenhuis om de oren vlogen.

De realiteit is dat niemand vooraf wist hoe het balletje zou rollen en dat we taaie knopen moesten doorhakken met zeer beperkte informatie. Wat ik wél weet: zonder onze voortvarende, dappere en eigenzinnige vroedvrouw hadden we nooit deze keuze gemaakt. Kúnnen maken ook, want er zijn niet veel verloskundigen die ver buiten de lijntjes willen/durven kleuren. Zij nam de tijd om samen met ons de ingewikkelde kluwen garen draadje voor draadje te ontwarren. Zij vertrouwde ons, wij vertrouwde haar; had zij gezegd dat het niet veilig voelde thuis, dan had ik dat zeer serieus genomen.

Hadden we de verantwoordelijkheid voor onze keuze ook kunnen dragen bij een minder positieve uitkomst? Dan had het vast en zeker geknaagd. ‘Was het anders gegaan ik niet X maar Y had gekozen…’; die invoelbare vraag hoor ik als klinisch doula (in datzelfde academische ziekenhuis als waar ik destijds met mijn bollende buik huilend in de wachtkamer zat) regelmatig in gesprekken met zwangeren die eerder keuzes maakten die minder goed uitpakte.. In al die verhalen hoor ik één ding steevast terug: ze hebben zich in dat keuzeproces niet gehoord, gezien en gesteund gevoeld. Niet door hun partner, niet door hun familie en vrienden en vaak niet door de zorgverleners. Daar kan zomaar de sleutel liggen voor veerkracht en acceptatie bij de inherente onzekerheid die alles rondom zwangerschap, bevallen en ouderschap kenmerkt.”