Hoofdstuk 8 van 10
In uitvoering

7. Zorgverlener: hoe kan je een zwangere ondersteunen bij het maken van een keuze?

Met alle begrip voor de krappe tijdsplanning van veel zorgverleners in de geboortezorg: zwangeren ondersteunen bij het maken van weloverwogen keuzes vraagt tijd en aandacht. Bedenk dat je deze ‘investering’ vaak later in het proces driedubbel dwars terugverdiend, je cliënt meer tevreden is en er een grotere kans is dat ze met een glimlach om de lippen kan terugdenken aan haar bevalling. 

Er is een verschil tussen een keuzegesprek in de zwangerschap en tijdens de baring; in het laatste geval is er geen zeeën van tijd en moeten er soms in korte tijd en tussen de weeën door grote knopen doorgehakt. 


Een paar tips:

  • Schuif het praten over de bevalling niet uit tot week 30-32 van de zwangerschap; als dan pas blijkt dat er een gat gaapt tussen de wensen van de zwangeren en jouw advies, is er weinig tijd om er nog rustig met elkaar over te praten. Tijdsdruk is zelden bevorderlijk voor een keuzeproces. 
  • Stimuleer het maken van een geboorteplan (zie ook Nut en noodzaak geboorteplan in volgende paragraaf).
  • Ga proactief het gesprek aan over jouw manier van werken: hoe vaak doe je een vaginaal toucher, bij welke indicaties stuur je als eerstelijns verloskundige door, wat is je visie op bevallen, het nageboortetijdperk, wat beschouw jij als een ‘normaal’ verloop? Dit geeft de zwangere waardevolle informatie over de zorg die ze kan ontvangen. 
  • Leg bij het benoemen van risico’s het verschil tussen absolute en relatieve kansen uit en gebruik ook visuele hulpmiddelen (illustraties of tekeningen, tip: populatiediagrammen.nl). Stel controlevragen om te checken of de zwangere het begrepen heeft. 
  • Wees eerlijk over wat de wetenschappelijke bewijskracht van een (medisch) advies of richtlijn is. Jouw praktijkervaring als zorgverlener is zeker ook relevant, maar benoem het wel als dusdanig.
  • Stel de informatievoorziening af op de wensen van de zwangere; niet iedereen vindt het even makkelijk om wetenschappelijke artikelen te begrijpen. 
  • De ‘bewijslast’ voor een advies of interventie ligt bij jou als zorgverlener; een zwangere hoeft niet te rechtvaardigen waarom ze een advies niet opvolgt of een interventie weigert. 
  • Hou rekening met de machtsdynamiek; zeker in het ziekenhuis speelt het wittejassen-syndroom op, waarbij zwangeren veel minder mondig dan normaal zijn. Stimuleer dat ze niet alleen komen, ze notities maken en benoem dat en hoe ze later contact kunnen opnemen met vragen.
  • Let op lichaamstaal; stel een time-out voor als iemand twijfelt of in de war is.
  • Zeg wat je doet en doe wat je zegt; geef een samenvatting van de gemaakte afspraken, noteer het in het dossier en zorg dat je collega’s op de hoogte zijn van de gemaakte afspraken.
  • Was het een ingewikkeld gesprek? Neem dan een paar dagen contact op om te checken hoe het met iemand gaat en of er nog vragen zijn. Kom ook in een eventueel volgend gesprek terug op het gesprek en de gemaakte afspraken; iemand kan (en mag) ook van gedachten veranderen.