2.2 Welke redenen komen uit onderzoek naar voren om ongeassisteerd te willen bevallen?
Vanuit verschillende onderzoeken (o.a. Hollander et al., 2017, 2019, 2020; Feeley et al., 2016) komen onder andere de volgende redenen naar voren waarom vrouwen kiezen voor een ongeassisteerde bevalling:
- Behoefte aan autonomie en vertrouwen in het geboorteproces.
Hierbij worden genoemd:- (Eerdere) interventies zonder consent en/of zonder goede informatieverstrekking,
- Het belang van de sfeer en het vertrouwen van de mensen om de barende heen
- Het belang van de ervaring – soms zelfs gesteld boven de uitkomst –
- Een verschil in verantwoordelijkheidsperceptie. (Hollander e.a., 2017, 2019)Vrouwen voelden zich tijdens eerdere ervaringen genegeerd, uit hun kracht gehaald, niet volledig gezien of gehoord, overlopen, ongerust en angstig. Ze ervoeren paternalisme, gebrek aan flexibiliteit en continuïteit, gebrek aan geïnformeerde besluitvorming en respect voor de autonome keuzes. Ze hadden juist behoefte aan aanmoediging, steun, vertrouwen, gelijkwaardigheid, kalmte en gezien, gehoord en serieus genomen worden.Bij eerdere positieve ervaringen wordt genoemd dat de zorgverlener tijdens de baring op de achtergrond, rustig en kalm aanwezig was, maar ook dat er werd geluisterd naar en meegedacht met de wensen van de zwangere vrouw (ook in de zwangerschap). Daarbij voelden de vrouwen zich gesteund en aangemoedigd. (Feeley et al., 2016)
- Het ervaren van hinder van de zorgverlener tijdens de baring (buiten het gebrek aan erkenning van de autonomie), doorgaans geworteld in eerdere ervaringen. Bijvoorbeeld commanderend gedrag, gedrag wat de barende vrouw uit haar concentratie haalt, onnodige interferentie of bemoeienis zoals aanwijzingen geven tijdens de (soepel verlopende) uitdrijffase of (onnodige) druk tijdens het nageboortetijdperk.
Ofwel meer behoefte aan een intieme sfeer, waarin vertrouwen, steun en aanmoediging van de mensen die aanwezig zijn bij de bevalling belangrijk is (Hollander et al., 2020; Feeley et al., 2016). - Conflicten over de wensen in het geboorteplan. Met name door de manier waarop de zorgverlener de wensen afwijst en niet bereid (b)lijkt om tegemoet te komen aan de wensen van de zwangere, bijvoorbeeld door het spelen van ‘de dode baby kaart’* of het (dreigen met) inzetten van kinderbescherming wordt er stress, druk en manipulatie ervaren waardoor het vertrouwen in de zorg(verlener) verdwijnt. Dit werkt extra sterk door als dit gebeurt na een eerdere negatieve bevalervaring. In het onderzoek van Hollander et al. (2017) hadden slechts twee van de 28 vrouwen niet te maken gehad met discussies over de wensen in het geboorteplan.* De dode baby kaart is een gezegde dat het fenomeen omvat waarbij de zorgverlener het laat lijken alsof je een aanzienlijke kans hebt dat je baby niet overleeft als je niet luistert en doet wat er gezegd wordt.
- Verschil in risicoperceptie tussen de zorgverlener en de zwangere, met name als de zwangere vrouw gelabeld is als hoog-risico. Hierin zijn twee stromingen te herkennen: 1) de risico’s worden anders afgewogen en de gevolgen anders geintepreteerd, en 2) de intuïtie van de zwangere vrouw als een/de belangrijk(st)e leidraad voor het meest optimale verloop van de baring. (Hollander et al., 2017)
- De behoefte aan een ander soort zorg. Behoefte aan meer vertrouwen en overeenkomst in visie. Minder/geen behoefte aan monitoring. Andere visie op wat nodig is tijdens de baring.
Belangrijk om te vermelden: Er zijn ook vrouwen die wél een zorgverlener kunnen vinden die past bij hun visie en wensen, maar deze zorgverlener heeft dan ook respect voor hun wens om ongeassisteerd te bevallen. - De sterke behoefte om de geboorte-ervaring (verder) te verdiepen door meer eigen verantwoordelijkheid te nemen en meer te kunnen vertrouwen op eigen inzicht (vaak na een eerdere positieve beval-ervaring). Hierbij heeft een ongestoorde omgeving waarin alleen bekende en vertrouwde mensen aanwezig zijn de prioriteit.
Eén vrouw in het onderzoek van Feeley et al. (2016) koos er voor haar eerste bevalling al voor om ongeassisteerd te baren. Voor haar voelde dat als een instinctieve keuze. Ze wist vooraf al dat ze niet in een ziekenhuis wilde bevallen (de meest gangbare plek om te bevallen in Engeland, waar zij woonde) en dat ze ook geen vreemde/andere mensen bij de bevalling wilde hebben. Ze had het gevoel dat een zorgverlener het proces hoe dan ook zou beïnvloeden op een negatieve manier, of dat nu thuis of in een ziekenhuis zou zijn. Toen ze van het concept freebirth hoorde sloot dit naadloos aan bij haar gevoelens.(Hollander et al., 2017, 2019 2020; Feeley et al., 2016; Veen, 2010)
Zelf koos ik er ook voor om al bij mijn eerste baby ongeassisteerd te bevallen. Ook voor mij voelde dit als een instinctieve keuze. Wat ik mijzelf daarin heb afgevraagd was wat ik nodig had en wat voor mij de beste uitkomst, maar ook wat de slechtste uitkomst zou zijn. Voor mij speelde een grote rol dat ik mijn lichaam zou kunnen volgen zonder geprojecteerde ideeën/angst van een ander, waarvan ik wist dat die mij zou gaan belemmeren. Maar ook het vertrouwen in de natuur en zelfs in de soms wellicht onbegrijpelijke (harde) wijsheid van het leven. Ik had heel sterk het gevoel dat – juist ook in het geval van een negatieve uitkomst – ik alleen met mijzelf verder zou kunnen leven als ik zelf de volledige verantwoordelijkheid voor het proces had genomen. Daarnaast was ik (uiteraard) bereid om hulp in te schakelen als dat (voor mijn gevoel) nodig zou zijn, wist ik ook dat ik dat bij mezelf zou kunnen herkennen of aanvoelen en had ik het gevoel dat er genoeg tijd zou zijn om die hulp in te schakelen in geval van nood.