4.2 Recent onderzoek ongeassisteerd bevallen
Een heel recent persoonlijk – dus niet academisch of peer-reviewed – internationaal onderzoek uit 2023, geeft een interessante kijk op de uitkomsten van ongeassisteerde bevallingen. Het onderzoek is gedaan door de Ierse Niamh Dunne wonende te Mexico, die zelf ervaring heeft met ongeassisteerd bevallen en als data-analist heeft gewerkt. De enquête is opgezet volgens de systemen die Dunne via haar werk als data-analist kent en de antwoorden zijn door haar statistisch uiteengezet. Ze heeft deze studie opgezet om andere vrouwen die een ongeassisteerde bevalling overwegen te helpen meer inzicht te krijgen in de uitkomsten, zodat ze beter in staat zijn om de risico’s af te wegen en om zich meer gedegen te kunnen voorbereiden. De studie omvat 171 bevallingen van 118 moeders uit 14 landen.
- Van de 171 geplande ongeassisteerde bevallingen, waren uiteindelijk 166 geboortes (97%) ook werkelijk ongeassisteerd. Er waren 4 stuitliggingen en 15 sterrenkijkers. Eén baby is overleden door een chromosoomafwijking, dat was vooraf al bekend. In 5 gevallen (2,9%) is de baring verplaatst naar het ziekenhuis: bij één vrouw scheurde haar baarmoeder en werden meteen de hulpdiensten ingeschakeld. Eén vrouw had een lange baring van 72 uur en kreeg uiteindelijk een keizersnede in het ziekenhuis. Eén vrouw wilde graag pijnstilling en is daarvoor naar het ziekenhuis verplaatst. En één vrouw is naar het ziekenhuis gegaan omdat de bevalling zich prematuur aandiende. Eén vrouw beviel in de auto onderweg naar het ziekenhuis, ze wilde ook graag pijnstilling.
- In nog eens 18 gevallen (10,5%) hebben moeder en baby na afloop het ziekenhuis bezocht. De redenen waren: Een achtergebleven rest vliezen/placenta bij 4 vrouwen (2,3%), 1 baby had ademhalingsproblemen, 1 vrouw had pre-eclampsie, 3 vrouwen wilden graag laten controleren of er hechtingen nodig waren, 1 vrouw daarvan is daadwerkelijk gehecht, 1 vrouw had een hoge bloeddruk en 1 vrouw voelde zich slap na bloedverlies. In de overige gevallen ging het om een routinematige check-up, al dan niet noodzakelijk voor het benodigde papierwerk.
- Een prematuur geboren tweeling (31 weken, verplaatst naar het ziekenhuis toen de baring zich vroegtijdig aandiende) en de baby met ademhalingsproblemen zijn alle 3 (1,75%) opgenomen geweest op de NICU.
- Er waren 49 vrouwen (41,5%) die een volledige ‘wilde zwangerschap’ hadden – zonder enige betrokkenheid van het geboortezorgsysteem – en 27 vrouwen (22,8%) die tijdens de zwangerschap besloten om het geboortezorgsysteem te verlaten. 37 vrouwen (31,3%) ontvingen vooraf zorg en controles bij een zorgverlener, 52 vrouwen (44%) deden controles bij zichzelf en 27 vrouwen (22,8%) hadden geen enkele vorm van controles tijdens de zwangerschap. (Overig onbekend/onbeantwoord)
- 77 vrouwen (65%) kregen van tevoren een risico-label, waarvan 43 hoog-risico (36,4%) werden bestempeld.
- Voor 20 vrouwen (16,9%) was deze ongeassisteerde bevalling ook hun eerste bevalling.
- Er werd 68 keer (39,7%) aangedrongen op een inleiding of keizersnede. Redenen daarvoor waren: placentaverkalking (3x), stuitligging (3x), eerdere keizersnede (4x), gebroken vliezen (4x), zwangerschapsdiabetes (5x), overtijd 40 weken (13x), overtijd 41 weken (9x), overtijd 42 weken (11x), grootte van de baby (16x). Er werd ook nog 8 keer zonder reden aangedrongen op een routinematige inleiding. Uiteindelijk zijn 3 van de vrouwen die vooraf een inleiding of keizersnede kregen aangeboden verplaatst naar het ziekenhuis tijdens de baring.
- In 12 gevallen (7%) braken de vliezen voor de bevalling. In één geval was dit zelfs 1 week voor de bevalling zich aandiende. In 3 gevallen enkele dagen voor de bevalling en in 8 gevallen begon de bevalling diezelfde dag. Vijf baby’s (2,9%) zijn geboren in de vliezen.
- Er waren 17 gevallen (9,9%) van meconiumhoudend vruchtwater. In 5 gevallen zijn daarbij uit voorzorg de luchtwegen schoongezogen voor de eerste ademteug. 1 baby had alleen meconium op het ruggetje (poepte waarschijnlijk tijdens de geboorte).
- Tijdens de baringen waren er 4 gevallen (2,3%) waar een schouderdystocie werd ervaren. In alle gevallen hebben de vrouwen dit zelf kunnen oplossen door te bewegen en van houding te veranderen totdat de baby los kwam.
- In één geval brak de navelstreng tijdens de geboorte van de baby in bad, waarschijnlijk doordat de navelstreng erg kort was. De baby was ongedeerd.
- Er werd 16 keer (9,35%) een fluxus of hevigere bloeding dan verwacht ervaren. In 14 gevallen werden daarbij (succesvol) alternatieve en/of natuurlijke middelen ingezet. Eén vrouw was al verplaatst naar het ziekenhuis en daar hebben midwives haar geholpen. Eén vrouw kreeg 10 dagen postpartum plots hevig bloedverlies, natuurlijke middelen hielpen niet en ze is verplaatst naar het ziekenhuis, daar bleek het om een achtegebleven placenta rest te gaan. Twee vrouwen hebben preventief alternatieve/natuurlijke middelen ingezet omdat ze in het verleden te maken hebben gehad met fluxus. Beiden hebben dit keer geen fluxus ervaren.
- Er waren 42 meldingen van een ruptuur in perineum/labia, waarvan 6 derdegraads. Eén vrouw is gehecht.
- Alle vrouwen kozen ervoor om borstvoeding te geven. Vier baby’s kregen uiteindelijk toch kunstvoeding. Gemiddeld gaven de vrouwen 2 jaar borstvoeding aan hun kind.
Ook in dit onderzoek zegt 100% van de vrouwen dat ze geen spijt hebben en het nog een keer zouden doen. In het onderzoek wordt niet genoemd wanneer de bevallingen hebben plaatsgevonden. Ook niet wat de gewichten van de baby’s waren (Dunne, 2023).