Hoofdstuk 1 van 10
In uitvoering

Samenvatting

Omdat er zo veel controverse is over samen slapen, zowel in de wetenschappelijke wereld als onder ouders, nam Mileva-Seitz in 2017 maar liefst 659 gepubliceerde artikelen over het onderwerp samen slapen onder de loep. Haar conclusie: zowel het voor- als het tegenbewijs is onvoldoende om een sluitend standpunt in te nemen. 

Het feit dat er geen internationale definitie bestaat voor wiegendood en dat artsen wereldwijd verschillende criteria gebruiken om wiegendood vast te stellen, maakt het interpreteren van onderzoek over wiegendood moeilijk. De meeste onderzoeken die Mileva-Seitz vond over wiegendood en samen slapen zijn bovendien uitgevoerd in Westerse settings. In heel wat landen waar samen slapen de culturele norm is, komt wiegendood niet vaker voor dan in landen waar ouders aangeraden worden hun baby in een eigen bedje te leggen, zelfs in de aanwezigheid van erkende risicofactoren

Hoe vaak komt samen slapen voor?

In Westerse landen slapen ongeveer 20 tot 25% van alle baby’s de eerste drie maanden samen met (een van) hun ouder(s) in bed. Nog eens 40% van alle baby’s slaapt in die eerste drie maanden samen ten minste één nacht samen met  (een van) hun ouder(s) in hetzelfde bed (Blair et al., 2020). 

In Nederland sliep in 2017 bijna 7% van alle baby’s (0-7 maanden) bij de ouder(s) in bed (NCJ Veilig Slapen, 2017). In een peiling uit 2022/2023 was dat met 6.6% nagenoeg hetzelfde percentage. Volgens diezelfde peiling slaapt in Nederland 40% van de baby’s af en toe in het bed van hun ouders (Kanits, 2023). Bijna de helft (49.9%) van de ouders zei dat ze in de vier weken voorafgaand aan de peiling weleens per ongeluk met hun baby in slaap waren gesukkeld op bed, bank of stoel.

In veel niet-westerse landen is samen slapen de norm en wordt het in landen als Korea en Mexico als een vorm van verwaarlozing gezien als baby alleen op een kamer slaapt. De overtuigingen rondom samen slapen zijn dus sterk cultureel bepaald.

Wat is het risico van samen slapen?

In sommige westerse landen, waaronder ook Nederland, overheerst het risico-denken als het om samen slapen gaat; de afgelopen 20 jaar lieten diverse onderzoeken een verband zien tussen samen slapen en wiegendood (de definitie van wiegendood van de WHO is: ‘Het plotselinge en onverwachte overlijden van een kind onder de achttien maanden, waarbij na uitgebreid onderzoek geen oorzaak gevonden is.’). In dit artikel kijken we naar de richtlijnen in Nederland, België, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Tussen deze richtlijnen zijn overeenkomsten, maar ook verschillen.

Over de volgende risicofactoren is momenteel consensus (de exacte cijfers, toelichting en de bronvermelding naar de betreffende onderzoeken vind je in het uitgebreide artikel):  

  • samen slapen met een prematuur geboren baby of baby met laag geboortegewicht 
  • slapen met andere volwassenen dan de ouders, of andere kinderen
  • samen slapen wanneer één van de ouders medicatie, drugs of alcohol gebruikt of aan ernstige vermoeidheid leidt 
  • samen slapen met een ouder die tijdens of na de zwangerschap rookt
  • het gebruik van zacht beddengoed zoals donsdekens en kussens in het gedeelde bed
  • samen slapen op een zachte ondergrond, zoals een waterbed, oud matras, bank of stoel

Over deze risicofactoren is er momenteel geen consensus tussen landen en richtlijnen: 

  • nooit borstvoeding geven, of gegeven hebben 
  • met beide ouders in hetzelfde bed slapen 
  • de leeftijd dat baby’s wel veilig(er) hun met ouder(s) in een bed kunnen samen slapen


Hoe vaak komt wiegendood voor?

In 2021 zijn in Nederland van de 178.506 levendgeborenen 6 baby’s overleden (ten opzichte van 11 baby’s in 2020 en 13 baby’s in 2019) die vallen onder de categorie wiegendood/SIDS (CBS, 2022). SIDS (sudden unexpected infant death) is een breder begrip, dat naast wiegendood ook andere onverklaarbare sterfte en verstikking/wurging (door beddengoed bijvoorbeeld) in bed omvat.


Heeft waarschuwen voor de gevaren eigenlijk wel zin?

In westerse landen krijgen ouders meestal het advies (van onder meer artsen, verloskundigen, kraamzorg en op het consultatiebureau) om niet samen te slapen met hun baby. De gevaren van samen slapen worden (sterk) benadrukt. Toch slapen veel ouders (bijna de helft) regelmatig samen met hun baby, vaak onbewust en ongepland. Onderzoek laat zien dat af en toe (onbewust en ongepland) samen slapen, en in een stoel in slaap vallen omdat het in bed niet kan/mag, risicovoller is dan routinematig (bewust en gepland) samen slapen.

Het aantal slaapgerelateerde sterfgevallen is in Nederland, België, Amerika en Groot-Brittannië de afgelopen jaren stabiel gebleven of gedaald, maar het is lastig een causaal verband aan te tonen tussen het samen slapen-beleid en het dalen van het aantal sterfgevallen.

Van ‘niet doen’ naar ‘zo kan het veilig’?

In tegenstelling tot Nederland, België en Amerika, zijn er andere landen zoals Groot-Brittannië, Spanje en Noorwegen waar beleidsmakers erkennen dat samen slapen gebeurt, of het nu intentioneel is of per ongeluk. Deze landen kiezen voor een risicobeperkende aanpak, omdat de boodschap ‘slaap nooit met je baby samen’ kan leiden tot het meest risicovolle scenario: samen slapen in een onvoorbereid bed, bank of stoel, zonder rekening te houden met gevaarlijke omstandigheden. In deze landen adviseren zij zorgverleners om open het gesprek met (aanstaande) ouders te voeren over risico’s en informatie delen over veilig samen slapen.

Wel lid? Lees gelijk het hele artikel!