Hoofdstuk 1 van 5
In uitvoering

Samenvatting

Kinkhoest wordt meestal veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis, die zich aan het trilhaarepitheel van de luchtwegen hecht en daar toxinen produceert. Dit veroorzaakt onder andere typische hoestbuien.

In 2024 is er een stijging in het aantal mensen met kinkhoest; tot en met 12 mei (laatste update RIVM) ging het om in totaal 8.625 mensen, waarvan 426 baby’s (in heel 2023 waren dat er 2823, in 2022 129 en in 2021 werden er 76 gevallen van kinkhoest gemeld). Vier baby’s zijn in het eerste kwartaal van 2024 aan kinkhoest overleden.

Wat merk je als je kinkhoest hebt?

Kinkhoest verloopt in drie stadia:

  1. Het eerste stadium (catarrale stadium) van kinkhoest bestaat uit een verkoudheid met een lichte hoest en soms een paar dagen lichte koorts. Dit duurt vaak 1-2 weken.
  2. Het tweede stadium (paroxysmale stadium) kenmerkt zich door hoestaanvallen, met name ‘s nachts. Het hoesten is vaak 5-15 keer met daarna een lange gierende inademing. Er wordt helder en taai slijm opgehoest en het kan ook gepaard gaan met kokhalzen en braken. De periode van deze heftige hoestaanvallen duurt ongeveer 2-6 weken.
  3. In het derde stadium (reconvalescentiestadium) wordt er nog steeds gehoest, maar de typische hoestaanvallen zijn voorbij. Deze laatste fase duurt meestal 4-6 weken, maar kan ook nog enkele maanden duren. Bij een verkoudheid kan het hoesten weer opvlammen.

Ben je besmettelijk?

Overdracht van de bacterie vindt plaats door hoestdruppels vanuit de keelholte van de zieke persoon. Kinkhoest is het meest besmettelijk in het begin van het eerste stadium (catarrale stadium), voordat de typische hoestbuien beginnen, tot ongeveer 3 weken na het begin van de hoestbuien.

Meer over diagnose en behandeling lees je in het artikel of in de LCI-richtlijn van het RIVM.

Hoe verloopt kinkhoest bij baby’s?

Bij pasgeboren en premature baby’s kan kinkhoest atypisch verlopen en lijkt vaak op een virale luchtweginfectie: zonder hoesten, maar met apneus en cyanose, tekenen van een (tijdelijk) zuurstoftekort. Vooral bij baby’s onder de 6 maanden verloopt kinkhoest heftig, omdat de longblaasjes nog kwetsbaar zijn. Bij 30% van de baby’s leidt kinkhoest tot een longontsteking en bij 13% leidt het tot apneus.

Overlijden door kinkhoest is zeer zeldzaam, in 11 jaar tijd overleden er 7 kinderen onder de 2 maanden aan kinkhoest. Er is geen achtergrondinformatie beschikbaar over deze baby’s.

Hoe zit het met de ‘22 weken-prik’?

Indien ouders kiezen voor het Rijksvaccinatieprogramma, dan krijgt hun baby een vaccinatie tegen kinkhoest in een DKTP/Hep.B/Hib-cocktail bij 2, 3, 4 en 11 maanden. Dit betekent dat een baby de eerste twee maanden nog geen antistoffen tegen kinkhoest heeft, terwijl hij juist de eerste 6 maanden het meest kwetsbaar is voor de mogelijke complicaties van kinkhoest.

Sinds eind 2019 krijgt elke zwangere daarom de zogeheten 22 weken-prik aangeboden. Dit is een booster variant van hetzelfde DKT-vaccin die baby’s later krijgen. Op die manier krijgt de baby antistoffen via de moeder en is de moeder zelf beschermd tegen kinkhoest (bescherming blijft dus relatief). De vaccinatie bij 2 maanden voor de baby vervalt dan. Na vaccinatie kan de baby nog steeds kinkhoest krijgen, maar dit verloopt mogelijk minder heftig. In het volledige artikel lees je de verschillende onderzoeken en mogelijke voor- en nadelen van deze vaccinatie in de zwangerschap.

Nog geen lid van Vraag de Vroedvrouw maar wel benieuwd naar het hele artikel? Word nu lid!

Wel lid? Lees gelijk verder voor alle details!